Leestips

Op deze pagina vind je een korte beschrijving van boeken uit onze bibliotheek. Wij denken dat ze je interesseren. Door lid te worden van onze bibliotheek kan je deze boeken bij stichting Bodhisattva lenen.

 

Het pad van de bodhisattva-krijger / Acharya Shantideva
Het ondernemen van de beoefeningen van bodhisattva’s. Een vertaling van de Bodhisattvacharyavatara
Geshe Sonam Gyaltsen, 2008. Uitgeverij Maitreya – ISBN/EAN 978-90-71886-38-6 – 176 p. 
(Rubriek A-TI 352)

In de complete Tibetaans boeddhistische traditie is er geen werk te vinden dat meer vereerd en beoefend wordt dan deze Bodhisattvacharyavatara. Samengesteld in de achtste eeuw door de Indiase bodhisattva Shantideva, werd het onmiddellijk een klassieker in het onderricht aan de boeddhistische universiteitskloosters in India en Tibet en is de waardering voor deze tekst alleen maar toegenomen. Het is nog steeds een inspiratiebron voor miljoenen mensen in de hele wereld.
Shantideva’s presentatie van de methoden om ons eigen leven in overeenstemming te brengen met het bodhisattva ideaal, begint met een lofzang aan de verlichtingsgeest, de altruïstische aspiratie van bodhisattva’s om de verlichting te bereiken voor het welzijn van alle voelende wezens. In de volgende hoofdstukken worden de kwaliteiten van zeldzame scholastische precisie, spirituele diepgang en poëtische schoonheid gebruikt om de Zes Perfecties, die de basis vormen van de levenswijze van bodhisattva’s, te leren beoefenen.
Deze authentieke vertaling vanuit het Tibetaans door Hans van den Bogaert, die hier zijn deskundigheid als tolk-vertaler Tibetaans-Nederlands, gedurende tientallen jaren opgebouwd ten toon spreidt, is de eerste vertaling in het Nederlands van deze oorspronkelijk Sanskriet tekst die ook op de Tibetaanse vertaling is gebaseerd. Meer lezen.

 

Tonglen: het pad van transformatie / Pema Chödrön
Altamira-Becht, 2002. – ISBN 90-6963-568-2. – 136 p.
(Rubriek A-TI 76)

In dit boek beschrijft Pema Chödrön ‘tonglen’, een meditatievorm om mededogen in ons te versterken. Het wordt gecombineerd met zitmeditatie maar kan ook op straat worden beoefend of in de begeleiding van (ernstig) zieke mensen. Tonglen is het volledig accepteren van alle, dus ook pijnlijke, aspecten van ons bestaan in plaats van die te ontwijken of te negeren. Door de aanvaarding van dat wat is kunnen we onze verkramping loslaten en daarmee ontwikkelen we grotere empathie jegens anderen.

Tonglen is het beoefenen van ‘uitzenden en innemen’: bij elke inademing neem je het geluk of het lijden van jezelf, andere mensen en andere voelende wezens in je op, en met elke uitademing schenk je geluk aan anderen. Tonglen gebruikt concepten, beelden, herinne-ringen en emoties om mededogen te ontwikkelen en geluk te delen. Je kunt bijvoorbeeld beelden van ruimte, licht of een warme omhelzing uitzenden naar anderen. Of nog concreter: beelden van een strand met zonsondergang, of van de Grand Canyon of de Himalaya.

Omdat tonglen ook gebruikt wordt om pijnlijke situaties en emoties te verwerken, kan het in de beoefening veel weerstand en vragen op roepen. Dit boekje is o.a. bedoeld om mensen te begeleiden bij deze weerstanden en vragen. Zo worden er bijvoorbeeld tips gegeven hoe je kunt omgaan met ernstig zieke mensen die veel lichamelijke en geestelijke pijn ervaren. Al met al geen gemakkelijk onderwerp, maar Pema Chödrön maakt de materie goed toegankelijk en ze geeft concrete, mooie aanwijzingen hoe we deze techniek kunnen gebruiken om ons hart te kunnen delen.

Het boek is verdeeld in korte, gemakkelijk leesbare hoofdstukken, waarbij de opbouw echter niet altijd even logisch is. Het bevat een handige verklarende woordenlijst met boeddhistische en Tibetaanse termen, een korte bibliografie (met helaas alleen Engelstalige titels) en een lijst van adressen van o.a Shambala International en de Naropa Universiteit. Ook wordt verwezen naar dvd’s en audio-cd’s van Pema Chödrön die je kunt bestellen.

Paul Pestman, november 2020

 

De Lama die naar het Westen Kwam
Dagpo Rinpoche, uitgeverij Maitreya – ISBN: 90-71886-15-8

Dit boek beschrijft het leven, opleiding, vlucht uit Tibet en het vertrek van Dagpo Rinpochee naar het Westen. In 1933, toen deze Lama pas 12 maanden oud was, werd duidelijk dat hij de reïncarnatie was van Lama Dagpo Rinpochee. De uitspraak kwam van de 13e Dalai Lama en herkenning als Tulku betekent dat diegene automatisch Lama wordt. Dagpo was een vrolijk en onstuimig kind en vertelt in zijn boek de belangrijkste herinnering uit zijn prille jeugd over het logeren bij zijn grootvader die leenheer was.

Hij ontdekte vlakbij diens huis 15 tot 20 geketende bandieten die reizigers hadden aangevallen. Overweldigd door een heftige emotie barstte hij in tranen uit en smeekte zijn grootvader ze vrij te laten, waarop zijn grootvader zeer verrast reageerde. Op zesjarige leeftijd ging hij naar het klooster waar hij begeleid werd door leraren, wat hij als een grote mildheid heeft ervaren. De lessen die hij kreeg waren direct veelvuldig. Hij moest teksten uit zijn hoofd leren en deze twee keer per dag opzeggen; teksten uit de soetra’s en de tantra’s die samen het onderricht van Boeddha Shakyamuni vormen. Examens duurden altijd meerdere dagen met een onderbreking voor het reciteren van gebeden.

Dagpo legde zijn eerste examen af op zevenjarige leeftijd ten overstaan van 359 monniken, een indrukwekkende gebeurtenis voor deze kleine monnik. Op zijn zevende jaar nam hij ook de 36 geloften van de eerste inwijding. Als 13-jarige gaat hij naar het Dagpo-klooster, dat de reputatie had van strengste klooster. De strenge discipline was geen verbod op genegenheid die de leraren de jonge monniken gaven. Op deze school werd hij eveneens herkend als een spiritueel begaafd kind. Het programma was overvol. Belangrijke onderdelen waren logica, perfectie’s van de middenweg en metafysica, met als doel het doordringen in de betekenis van de Leer van de Boeddha. In het Dagpo-klooster heeft hij zijn Geshe examen afgelegd. Zijn totale opleiding duurde 25 jaar.

Op verzoek van de 14e Dalai Lama vertrok Dagpo naar het Westen om daar de lessen van Boeddha uit te dragen. Hij leerde Frans en Engels, ging naar Frankrijk en was daar docent aan de Sorbonne. Dit was zijn allereerste kennismaking met ‘de roodgezichten’. In de periode 1967-1972 gaf Dagpo ook les in Nederland, o.a bij het Maitreya Instituut in 1983. Dankzij de moed van de monniken en Lama’s die zijn gevlucht voor het Chinese regime kon het boeddhisme naar het Westen komen.

Bep Quispel, maart 2020

 

Karma: oorzaak en gevolg in het Tibetaans Boeddhisme
Dagpo Rinpoche, uitgeverij Asoka, 2002 – ISBN 978-90-5670-0768

Karma is een actueel onderwerp in de dharmalessen van Dorien Quik. Niet alleen voor cursisten, maar ook voor niet-cursisten geven wij daarom een aanbeveling van het boek van Dagpo Rinpoche hierover. In de bibliotheek van Stichting Bodhisattva zijn twee exemplaren van dit boek voor uitleen aanwezig. Zie ook de online boekenlijst van de bibliotheek in: https://cloud.collectorz.com/bibliotheekbodhisattva/books

Over de schrijver
Dagpo Lama Rinpoche Djampa Gyatso is in 1932 geboren in het zuiden van Tibet en door de XIIIe Dalai Lama herkend als de reïncarnatie van Dagpo Lama Rinpoche Jamphel Lhundrup. Andere bekende incarnaties zijn o.a. Serlingpa Dharmakirti, Marpa Lotsawa en Longdröl Lama. Hiermee is Dagpo Rinpoche houder van verschillende overleveringslijnen. In 1959 volgde Dagpo Rinpoche Z.H. de XIVe Dalai Lama in ballingschap naar India. Nog geen jaar later werd hij uitgenodigd om in Parijs aan het instituut INALCO, dat gelieerd is aan de Sorbonne, les te geven. Dit heeft hij tot zijn pensioen in 1993 gedaan. In 1978 stichtte hij op verzoek van zijn leerlingen een boeddhistisch dharmacentrum. Dit is thans in Veneux-les- Sablons gevestigd. Sinds 1992 geeft Dagpo Rinpoche op verzoek van Kadam Chšling les in Nederland. Daarnaast geeft Rinpoche regelmatig onderricht in Maleisië, Indonesië en diverse landen in Europa.


Samenvatting

Over het onderwerp, karma, leven bij veel mensen in het Westen heel verschillende interpretaties. In dit boek geeft Dagpo Rinpoche, ten behoeve van degenen die zich hierin verder willen verdiepen, een uitgebreide presentatie van de verschillende aspecten en indelingen van het begrip karma vanuit de traditie van het Tibetaans boeddhisme. De historische Boeddha Shakyamuni heeft na het bereiken van verlichting 45 jaar lang zijn bevrijdingsleer onderwezen. Een belangrijk onderwerp was de verklaring van oorzaak en gevolg, het karma, dat hij onderwees als onderdeel van de vier Edele Waarheden, de kern van de boeddhistische leer. Wanneer wij goed begrijpen hoe al onze ervaringen uit onze eigen activiteiten voortkomen, wordt het mogelijk bevrijding van negatieve ervaringen te bereiken door onze activiteiten bewust te sturen, zodat wij ten slotte, net als de Boeddha, verlichting kunnen ervaren.
Inzicht in de werking van karma, van oorzaak en gevolg, is buiten-gewoon belangrijk voor al diegenen die hun geest willen trainen op weg naar het geluk van bevrijding en boeddhaschap. Ook voor wie geen boeddhist is, maar er wel naar streeft een beter mens te worden, zullen de hier overzichtelijk gepresenteerde inzichten ertoe kunnen bijdragen het eigen handelen bewuster te sturen. Het veranderen of verbeteren van onze geest, ons innerlijke of mentale leven, doen we op de eerste plaats door het denken te verbeteren. Er wordt in het algemeen gezegd dat het goed is om naar een uitleg van de boeddhistische leer te luisteren. Alleen al door het luisteren verzamelen we positieve energie, ook al zouden we er verder niets mee doen. Het luisteren of op andere manieren verzamelen van informatie is echter vooral bedoeld om daardoor beter te kunnen nadenken. Wanneer we met enige inspanning leren positief te denken, zullen we positieve energie verzamelen en tegelijk een verbetering in de kwaliteit van ons leven bewerkstelligen. Dat zal uiteindelijk kunnen uitmonden in de staat van het hoogst mogelijke niveau van geestelijke ontwikkeling, het boeddhaschap.

Recensie(s)

De auteur, een belangrijke Tibetaanse lama, geeft veel onderricht in o.a. Frankrijk en Nederland. Karma is een veelgebruikte term in vele stromingen en er bestaan vaak veel onbegrip en verkeerde ideeën over. Daarom is het belang van dit boekje ook groot. De context van het onderwerp, de stadia van het pad naar de verlichting, wordt kort aangegeven. Vervolgens wordt op een heldere en duidelijke manier het begrip karma binnen de boeddhistische traditie in het algemeen uitgelegd. Met logische redeneringen wordt inzichtelijk gemaakt dat elk gevolg een oorzaak heeft en dat de gevolgen onze huidige situatie
en die van volgende levens bepalen. Het is van het grootste belang heilzame oorzaken te creëren om de situatie zo positief mogelijk te maken voor onszelf en anderen. Er wordt aangegeven welke activiteiten heilzaam zijn en welke schadelijk en waarom. Hoewel het onderwerp op momenten wat technisch wordt, hetgeen voor beginners niet gemakkelijk is, is alle informatie belangrijk om een correct inzicht te krijgen in het onderwerp. Een uniek en belangrijk boekje. Achterin een verklarende woordenlijst, een overzicht van karma volgens de Lam Rim traditie en enkele adressen.

Janny de Boer

 

Vrij van gedachten
Praktische handleiding voor een helder en liefdevol leven
Jan Geurtz, ISBN 97890 2633 285 2

Jan Geurtz (1950) is een Nederlandse schrijver. Hij studeerde orthopedagogiek, onderwijskunde en wetenschapsfilosofie en heeft daarna gewerkt in de verslavingszorg. Jan Geurtz laat zich vooral inspireren door het boeddhisme.

“Vrij van gedachten” is een praktische gids waarin Jan Geurtz laat zien hoe de vicieuze cirkel van negatieve gedachten en gevoelens te doorbreken. Het zijn onze gedachten, die een pijnlijke scheiding creëren tussen onszelf, de ander en de wereld, en die telkens weer dezelfde levensproblemen veroorzaken. “Vrij van gedachten” biedt een praktische methode om de versluiering die onze gedachten veroorzaken, op te heffen. Deze is afkomstig uit de “geheime” Dzogchen-traditie in het Tibetaanse boeddhisme en vertaald naar de noden van de moderne westerse mens.

Ook vertelt Jan Geurtz over zijn inspirerende en soms bizarre avonturen op het spirituele pad, tijdens eenzame retraites in de bergen van Zuid-Frankrijk en bij zijn Tibetaanse leraar. Dit boek is apart te lezen, maar hoort in een reeks van vier titels. Samen met de bestsellers ‘Bevrijd door liefde’ (2014), ‘Verslaafd aan liefde’ (2000) en ‘Verslaafd aan denken’ (2013). Dit boek kan deels gezien worden als een wat toegankelijker opvolger van de laatste titel. De lezer die zelf ook mediteert vindt veel herkenning.

Persoonlijke recensie: Dit boek, Vrij van gedachten, is een heel fijn, leesbaar boek mede door de afwisseling van de beoefening in de Dzogchen-traditie en de ervaringen van de schrijver tijdens en na de drie jaar retraite in Zuid-Frankrijk. Hij beschrijft op humorvolle wijze zijn relatie met zijn leraar Sogyal Rinpoche en de weerstand die hij heeft bij de langdurige Tibetaanse recitatie beoefening. Ook beschrijft Jan Geurtz op een open en milde wijze het gedrag van zijn leraar Sogyal Rinpoche en de negatieve publiciteit met betrekking tot het vermeende seksueel misbruik van zijn leraar. Door de vele citaten van de oorspronkelijke Indiase leraren en toegankelijke uitleg van het Dzogchen-onderricht is dit een heel helder en praktisch boek!

Ronald van der Velde, januari 2020

 

Helder Gewaarzijn
Vier vormen van vertoeven in puur en totaal aanwezig-zijn.
Vertaling, uitleg en commentaar: Robert Hartzema en Marjan Möller – Uitgeverij
Karnak, 2017, ISBN 97890 6350 112 9.

Helder gewaarzijn is een unieke tekst die geschreven werd door Longchenpa, de belangrijkste Tibetaans boeddhistische leraar uit de 14e eeuw. In poëtische en heldere bewoordingen beschrijft hij de vier kwaliteiten van verschijnselen, ongrijpbaarheid, openheid, spontaniteit en één-zijn, die iemand kunnen leiden naar het volledig aanwezig-zijn in het moment zelf. Wanneer je ontspant in de directheid van het ervaren worden alle gebeurtenissen een spel van transparante verschijnselen. De doorschijnende helderheid die dan vanzelf ontstaat, wordt ‘helder gewaarzijn’ (Tib. rigpa) genoemd.

Robert Hartzema onderwijst sinds 1980 Tibetaans boeddhisme, specifiek in de dzogchen traditie, en geeft samen met mede-auteur Marjan Möller Tibetaanse yoga-, meditatielessen en retraites (uit bol.com). Deel één van het boek gaat over de oorsprong van kennis: we zijn buitengewoon intelligent geworden, hebben wetenschappen ontwikkeld om de wereld te begrijpen, maar hebben veel vragen onbeantwoord gelaten en reageren in de praktijk nog altijd vanuit primitieve drijfkrachten zoals trots, haat, begeerte en jaloezie, of vanuit emotionele, wetenschappelijke of religieuze overtuigingen en vooroordelen die we niet getest hebben.

In onze moderne gecreëerde samenleving lijken ervaringskennis en intuïtie niet of minder nodig dan vroeger. Maar (wetenschappelijke) kennis, die losstaat van de directe ervaring, compenseert het gebrek aan innerlijke kennis niet.
In de stroming dzogchen binnen het boeddhisme is kennis over energielichaam, energiestromen, ademenergie en niveaus van bewustzijn wel behouden. Ons energielichaam, met zijn energiecentra en –kanalen, is de ingang tot helder gewaarzijn. Door ze te visualiseren en onze adem door deze energiekanalen te laten lopen kunnen we ze voelen, ervaren.

Denken daarentegen bemoeit zich juist met de ervaring en heeft de neiging om verdriet, frustratie en verwarring te ontkennen en onszelf verder van ervaring te verwijderen. De drie hoofdkanalen, ida, pingala en sushumna, weerspiegelen onze drie basale neigingen: links het kanaal van het vastgrijpen of identificeren, rechts het kanaal van wegduwen, de haat en woede, en het centrale kanaal van ontkennen hetgeen verwarring schept. Al deze neigingen moeten er op een gegeven moment kunnen zijn om de levensenergie maximaal te laten stromen.

Ten aanzien van mediteren geven de schrijvers aanwijzingen omtrent de zithouding, de energiecentra, het schoonmaken van de energiekanalen, de vaasadem en het omgaan met gedachten. Dit deel van het boek is heel toegankelijk en verhelderend. Het nodigt uit met de stof aan de gang te gaan. Het commentaar op de verzen van Lonchenpa gaat in op de aard van alle verschijnselen, te weten: ongrijpbaar, open, spontaan en één-zijn, zoals ze zich tijdens het verblijven in het helder gewaarzijn voordoen. Het geeft het perspectief aan van de meditatieve beoefening en is iets meer voor de gevorderde lezer en beoefenaar. Deel twee van het boek bevat de complete tekst van de verzen.

Sjaak van Oostaijen, december 2019

 

Goeroes en charisma
Het riskante pad van leraar en leerling
André van der Braak, Altamira-Becht, 2006

Filosoof, psycholoog én ervaringsdeskundige André van der Braak analyseert in dit boek wat de eigenschappen zijn van een goede leermeester en wat een gezonde relatie tussen goeroe en leerling kenmerkt. Hijzelf was van 1987 tot 1998 leerling van de Amerikaanse goeroe Andrew Cohen. Hierover schreef hij al eerder het boek ‘Enlightenment Blues’ (2003).

Van der Braak waarschuwt tegen blinde overgave en navolging van charismatische goeroes, die niet zelden narcistische trekjes hebben. Hij grijpt o.a. terug op Socrates, Plato en Nietzsche en op de begrippen ‘Eros’ en ‘Scepsis’. Eros bij Socrates betekent het ‘Verlangen naar het Goede’. Eros kan echter leiden tot blinde idealisering van de leermeester. Daarom moet het vergezeld gaan van ‘Scepsis’, wat gedefinieerd wordt als de kritische beschouwing van een onderzoekende geest. Socrates stelde zichzelf niet boven zijn leerlingen. Door zijn vraagstellingen liet hij zijn leerlingen zelf tot inzicht komen en hun eigen weg ontdekken. Volgens van der Braak kenmerkt de verhouding leraar-leerling bij Socrates zich door gelijkwaardigheid. Socrates neemt zijn leerlingen nooit hun vrijheid af, en ze worden niet verdoemd als ze zich van hem afkeren. Een goede goeroe bezit empathie en wil niet worden geïdealiseerd. Leermeesters als Zarathustra en Nietzsche wilden niet, dat hun leerlingen hen volgden maar dat ze volledig zichzelf zouden worden.

Van der Braak besteedt een apart hoofdstuk aan de goeroe in het boeddhisme. Hij benadrukt, dat in het Theravada Boeddhisme geen overgave aan de leraar wordt verlangd. Ook een goede zenmeester zorgt ervoor, dat de leerling zijn eigen antwoord vindt. Maar de auteur waarschuwt, dat ook in het Zen Boeddhisme en het Tibetaans Boeddhisme het idealiseren van de leraar verkeerd kan uitpakken. Devotie voor de leraar wordt vaak -impliciet of expliciet- aangewakkerd als een soort “brandstof voor transformatie” voor de leerling. Maar er zijn narcistische goeroes die ontsporen. Machtsmisbruik door zulke goeroes wordt dan vaak door de groep volgelingen -en aanvankelijk ook door de leerling zelf!- uitgelegd als “een poging het ego van de leerlingen te frustreren ten bate van hun verlichting”. In de slechts twee pagina’s die de auteur wijdt aan het Tibetaans Boeddhisme is hij niet erg positief. Hij is van mening, dat binnen het Tibetaans Boeddhisme de leraar erg veel gezag geniet. Hij haalt hierbij de schandalen rond Chögyam Trungpa (1940-1987) aan.

In zijn conclusie waarschuwt van der Braak voor een romantische idealisering van oosterse goeroes door westerlingen en geeft hij wenken waaraan de leerling een ‘gezonde’ goeroe kan herkennen. Duldt hij bijvoorbeeld tegenspraak? Hanteert hij een absoluut waarheidsbegrip? Is hij in staat tot ware empathie, warmte en vriendschap of doet hij geringschattend over persoonlijke, alledaagse dingen zoals het gezinsleven? De relatie tussen goeroe en leerling is ingewikkeld en vol valkuilen, maar een gezonde relatie is mogelijk. Zo’n relatie bestaat uit een schijnbaar tegenstrijdige balans tussen ‘Eros’ en ‘Scepsis’: “We moeten [de goeroe] hoog boven onszelf plaatsen en tegelijkertijd de competitie met hem aangaan. We moeten hem vereren en ontmaskeren”.

‘Goeroes en charisma’ is een interessant boek, dat je met beide benen op de grond houdt. Het is niet altijd even makkelijk te lezen vanwege de termen uit de psychologie en de klassieke oudheid die de schrijver veelvuldig gebruikt. Toch is de lijn van zijn betoog goed te volgen. Wie meer wil lezen over van der Braaks ervaringen met zijn voormalige leraar Andrew Cohen kan ‘Enlightenment Blues’  lezen (ook in onze bibliotheek – signatuur AAL-095). Overigens heeft van der Braak weer een nieuwe goeroe gevonden, de zenleraar Niko Tydeman.


Het hart van Boeddha’s leer
Van pijn en verdriet naar vreugde, inzicht en zelfkennis
Thich Nhat Hanh, 11e druk 2017

‘Boeddha was geen god, hij was een mens zoals jij en ik, en hij leed zoals wij. Als we met een open hart naar de Boeddha toegaan, zal hij ons met ogen vol mededogen aankijken en zeggen: “Omdat er lijden in je hart is, kun je mijn hart binnengaan.” ‘– Thich Nhat Hanh

“De Vietnamese monnik, schrijver en vredesactivist Thich Nhat Hanh (1926) heeft tientallen boeken over boeddhistische onderwerpen geschreven. Een van zijn meest toegankelijke werken is Het hart van Boeddha’s leer. In zorgvuldig gekozen bewoordingen behandelt hij de ware natuur van het lijden en de rol die lijden speelt in het scheppen van mededogen, liefde en vreugde: de pijlers van verlichting.”

Ervaring van een lezer

Het onderricht van Boeddha, de dharma, is een levensfilosofie. Daarom is de praktijk een persoonlijk en diep innerlijk pad, en dat vraagt tijd en ruimte.

Thich Nath Hahn weet de dharma zodanig te beschrijven dat ik er zacht en open van word zodra ik dit boek opensla. Het hele boek heb ik daardoor in één adem uitgelezen. Nu lees ik het voor de tweede keer, soms een paar bladzijden, soms maar een paar regels. Steeds brengt mij dat een impuls voor rust en zachtheid. Zelfs vlak voor het slapen gaan. Ook de enkele illustraties in het boek zijn verrassend openend en eenvoudig, een plezier voor oog en hart. De woorden die Thich Nath Hahn er in de tekst aan geeft sluiten goed aan bij de tekeningen.

Het boek is gebaseerd op vier delen: de vier edele waarheden, het edele achtvoudige pad, andere fundamentele boeddhistische leringen en soetra’s.  Elk deel biedt verschillende hoofdstukken, die elkaar opvolgen, maar ook weer apart te lezen zijn. Mensen die dharmalessen volgen kunnen dit werk van Thich Nath Hahn als verdiepend en verbredend ervaren, dat geldt in elk geval voor mijzelf. Voor wie zich werkelijk interesseert voor de boeddhistische levensfilosofie is dit boek een grote aanrader.

Nel Bartlema, November 2019


Jezelf, een weg naar vrijheid
Boeddhisme ontdekken met zenleraar Cuong Lu
Paula van Liere, Uitgeverij Asoka, 2016

In dit boek beschrijft Paula van Liere haar ervaringen met de leer van de Vietnamese zenleraar Cuong Lu. Het centrale thema van het boek is, dat we geloven dat lijden en geluk niet samengaan en dat we ons daardoor steeds afwenden van het lijden. Ook proberen we geluk vast te houden. Maar vasthouden is een activiteit van het denken. Zowel lijden als geluk bestaan, doven weer uit, en ontstaan opnieuw. De uitdoving van geluk geeft ruimte voor de manifestatie van nieuw geluk. Volgens Cuong Lu is dat het pad: “We oefenen in het herkennen van waar geluk, geluk dat altijd nieuw is.” Zijn we bereid om iedere dag geluk te ontdekken?
In een toegankelijke stijl schrijft Paula van Liere over haar persoonlijke strijd, o.a. in de relatie met haar moeder, en over haar leerproces, waardoor zij uiteindelijk het lijden volledig kan toelaten en met compassie naar zichzelf kan kijken. In de tien hoofdstukken van haar boek gaat ze o.a. in op ‘ik’ en ‘geen-ik’, ‘manas en het opslagbewustzijn’ en op angst als uitdaging.

In het hoofdstuk over leegte citeert ze Cuong Lu. In tegenstelling tot de westerse angst voor het niets, ziet Cuon Lu leegte als “onze oorsprong, onze thuisbasis, en vol energie.” Leegte geeft ruimte om transformatie mogelijk te maken. Paula van Liere besluit haar boek met de opmerking dat je iedere dag kunt oefenen “door goed voor de leegte te zorgen, door de ruimte in jezelf aan te raken.” Dan komen we “in contact met onze aangeboren goedheid, mededogen, wijsheid en dankbaarheid. Het is altijd beschikbaar en het is wat de wereld het allermeeste nodig heeft.”
Met bronvermeldingen van de citaten van o.a. Thich Nhat Hanh, A.H. Almaas, Pema Chödrön, Toon Tellegen en René Gude, en vier bijlagen over o.a. aandachtsoefeningen en de hartsoetra.


Oneindig afscheid
Ouder worden in het licht van het Tibetaans Boeddhisme
Arnaud Maitland

De in Nederland geboren (1946) en getogen auteur behaalde in de V.S. een MA-graad in Tibetaans-boeddhistische filosofie en psychologie. Als autoriteit op dit gebied werkt Arnaud Maitland in de Verenigde Staten reeds vijfentwintig jaar nauw samen met de Tibetaanse lama Tarthang Tulku, weet hij de lezer te treffen en te verheffen door zijn uitzonderlijk heldere stijl en een uitermate begaafdheid om moeilijke zaken compact en begrijpelijk neer te zetten.
Oneindig afscheid is een troostrijk, inzichtelijk en ontroerend boek over vergankelijkheid en het daaruit voortkomende grote en kleine verdriet. Als een rode draad door het boek loopt het levensverhaal van een moeder, een gezonde gelukkige vrouw, die op latere leeftijd de ziekte van Alzheimer kreeg en haar laatste jaren sleet in een verpleeghuis. Alle emoties die bij een dergelijke aftakeling loskomen, hulpeloosheid, schuldgevoelens, woede, onbegrip, machteloosheid en angst worden in dit boek belicht aan de hand van diverse principes en methodes die het Tibetaans boeddhisme rijk is.
Alles draait om het ontwikkelen van het bewustzijn, zodat we leren om te leven zonder spijt. Oneindig afscheid laat zien hoe we aan elke situatie een positieve wending kunnen geven, ook in tijden van ziekte en ouderdom. Het boek is een oproep aan de lezer een spirituele dimensie te geven en zo het einde met wijsheid en vertrouwen tegemoet te treden.
Arnoud Maitland, Altamira 2004.

Alzheimer, veel mensen worden hier in hun leven mee geconfronteerd. Het begint met vergeetachtigheid, later gevoelens van angst, eenzaamheid en het gevoel de grip op het leven te verliezen. Ook voor de familieleden die getuige zijn van de gestage achteruitgang is dit een ingrijpend gebeuren. Eerst is er de ontkenning, maar op een gegeven moment, de acceptatie. De manier waarop Maitland omgaat met de dementie van zijn moeder vanuit de boeddhistische denkwijze is vol empathie en mededogen. Een prachtig geschreven boek waar ieder die Alzheimer meemaakt in zijn naaste omgeving iets aan kan hebben.

Bep Quispel


In de voetsporen van de Boeddha
Een inwijding in het boeddhisme in al zijn menselijkheid.
Thich Nhat Hanh, Uitgeverij Altamira, druk 1 2006, 520 pagina’s.

Thich Nhat Hanh: “Als je de Boeddha niet kunt zien als een menselijk wezen, maak je het jezelf lastig om dicht bij de Boeddha te komen.”

In de voetsporen van de Boeddha is een schitterende inleiding in het boeddhistische gedachtegoed, waarin het leven van de Boeddha wordt beschreven op basis van belangrijke historische bronnen.

Thich Nhat Hanh portretteert de Boeddha niet als een godheid, maar als een man van vlees en bloed die veel obstakels moest overwinnen op zijn pad, ook binnen de kring van zijn eigen leerlingen.

Het is een dik boek maar het leest bijzonder makkelijk; het geeft een helder inzicht in het boeddhisme, hoe het boeddhisme is ontstaan en wat de historische weg is die de Boeddha heeft bereisd met zijn Sangha.

Elk hoofdstuk is kort, maar met veel diepgang geschreven. Je ervaart dat Thich Nhat Hanh dit boek uit eigen ervaring heeft geschreven en er diep verbonden mee is. In eenvoudige taal wordt de dharmastof aan je geschonken, waar je over kunt mediteren, die je kunt overdenken en kunt integreren in je eigen leven.
Een aanrader voor wie tijd, aandacht en zin wil geven aan het eigen leven en dat van de anderen.

Gerda Hol