Boeddhistische weerspiegelingen 2
Dit zijn stukjes tekst die u wellicht inspireren en die gekozen zijn uit:
‘Ontwaken in onze natuurlijke intelligentie’, auteur Peter Schuh.
Ontwaken in onze natuurlijke intelligentie, deel 1
Waarom maken we zo weinig gebruik van onze natuurlijke intelligentie? Ieder mens heeft de mogelijkheid zich te bevrijden van oude gewoonten, om de ander lief te hebben en zorgzaam te zijn. In aanleg kunnen we wakker en bewust leven. Maar zoals je misschien hebt gemerkt, hebben we een sterke neiging om slapend door het leven te gaan. Het voelt alsof we voortdurend op een kruispunt staan en kiezen welke kant we op gaan. Ieder moment kunnen we kiezen voor toenemende helderheid en geluk of voor verwarring en pijn. Het is meestal geen bewuste heldere keuze die we maken, maar een keuze die ontstaan is door onze geconditioneerde geest. Daarom is het belangrijk om ons te bekwamen in het maken van bewuste keuzes.
Dat betekent werken aan onszelf, waardoor we ons bewuster worden van de werking van onze eigen geest. Het zou weleens de enige manier kunnen zijn die een oplossing biedt voor ons eigen welzijn en voor het welzijn van alle levende wezens. Zo komen we weer in contact met onze natuurlijke intelligentie en dan kunnen we deze aanspreken om te zien wat hulp biedt en wat schaadt. Wat bijvoorbeeld agressie aanwakkert en wat onze ruimhartigheid naar boven brengt.
Natuurlijke intelligentie weegt alle voor- en nadelen af; zij organiseert en analyseert en zij heeft het vermogen om niet alleen maar de onderling afhankelijke verbinding van verschillende elementen te zien, maar weet ook hoe ze samen functioneren. De natuurlijke intelligentie weet dat alle geluk en zingeving van binnenuit ontstaat, ook al kan het best lang duren voordat dit een realisatie wordt. Zonder deze intelligentie is het twijfelachtig of we überhaupt wel iets voor elkaar krijgen en zou er ook geen enkele notie van verlichting zijn. Men kan deze intelligentie ook boeddhanatuur noemen. Zij is in ieder mens aanwezig, maar is door onze conditioneringen niet altijd herkenbaar voor ons. We moeten leren om in het moment, in het hier en nu, aanwezig te zijn. Het is in stilte verblijven en altijd volkomen ontvankelijk en open zijn voor wat zich aandient. Dit is het meest eenvoudige en tegelijkertijd het meest diepzinnige om te doen. In wezen komt het neer op voortdurend vanuit rust aanwezig zijn. Echter, onze ik-gerichtheid en onze angst om in het moment aanwezig te zijn, vormen volgens de boeddhistische leer de wortel van onze ontevredenheid.
In plaats van open en ontvankelijk te zijn, maken we al snel een terugtrekkende beweging. Voortdurend vluchten we voor ongemakken en problemen en kiezen we voor oplossingen die misschien op korte termijn verlichting brengen. Maar deze methoden pakken slechts de symptomen aan en raken nooit de wortel van het probleem. Onze ik-gerichtheid, het vasthouden aan het zelf of ego, is de oorzaak van dit wegrennen van alles wat we als onplezierig ervaren. Het wordt uiteindelijk een cirkelbeweging waarin we het hier-en-nu proberen te vermijden. We houden vast aan onze ik-gerichtheid omdat we bang zijn. Bang voor onze gevoelens en voor de reacties die het leven bij ons oproept. We zijn bang voor wat er op ons af kan komen.
Als deze strategie van wegrennen of vluchten zou werken dan had de Boeddha nooit iets hoeven te onderrichten. Dan zouden al onze pogingen om lijden te vermijden, iets wat alle levende wezens instinctief doen, uitmonden in zekerheid, geluk en gerieflijkheid, en zou er dus geen vuiltje aan de lucht zijn. De Boeddha had echter gezien dat ik-gerichtheid, dit zoeken naar veiligheid, juist oneindig lijden veroorzaakt. Het put ons uit, we worden angstig en denken dat onze gedachten en emoties een steeds grotere bedreiging voor ons gaan vormen. Waarschijnlijk heeft iedereen de neiging om het huidige moment te willen ontlopen. Het lijkt wel of deze gewoonte in ons DNA verpakt zit. We vrezen de werkelijkheid, het volledig aanwezig zijn en volledig verbonden zijn met de indringende directheid van onze ervaring. Van kinds af aan hebben we de gewoonte om te vluchten gevoed en fantasie verkozen boven de werkelijkheid. Jammer genoeg geeft dit verlaten van het moment, het verwijlen in gedachten, zorgen en voornemens, ons op dat moment toch weer een behaaglijk gevoel, waardoor we blijven vasthouden aan deze gewoonten.
Ontwaken in onze natuurlijke intelligentie, deel 2
Shenpa
De reden dat we de dharma bestuderen en beoefenen is om te leren hoe we met onze geest kunnen werken. De dharma leert ons de methode hoe we naar onze geest moeten kijken en hoe we onszelf met de werking van deze geest vertrouwd kunnen maken. Zo leren we wat conditioneringen zijn en hoe deze werken. In essentie worden we door de dharma bewust van onze intelligentie en stelt zij ons hiermee in staat de gewoontes, impulsen en reacties, de conditioneringen die normaal gesproken de geest domineren, te transformeren. Zo spreken we in het boeddhisme veel over het vasthouden aan een ego of een zelf. Dat vasthouden aan een zelf kunnen we bijvoorbeeld onderzoeken door analytische meditatie en helder denken. We zien dan dat het niet alleen lijden veroorzaakt, maar dat het vasthouden aan een zelf in feite het levenselixer van het zelf is. In het Tibetaans noemt men dit ‘vasthouden aan’ of ‘verstrikt raken in’ shenpa. Shenpa drijft onze gewoontes, impulsen en reacties aan, zoals de behoefte om te roken, te veel te eten of te drinken of te liegen. Zo doet shenpa zich keer op keer voor in ons dagelijks leven: iemand zegt wat vervelends en iets in ons krimpt samen. Meteen raak je verstrikt. Die kramp uit zich onmiddellijk in het beschuldigen van de ander of het kleineren van jezelf. Deze kettingreactie van woorden, daden of obsessies vindt heel snel plaats. Het kan zijn dat de reactie zo sterk is dat we hier meteen aan toegeven om zo snel mogelijk over onze ongemakkelijke gevoelens heen te stappen. Dit is heel persoonlijk. Wat wordt gezegd grijpt je erg aan, het raakt een gevoelige snaar en zet direct aan tot handelen. Misschien dat een ander hier helemaal geen last van heeft, maar het gaat erom dat iets jou raakt op een kwetsbare plek, de kwetsbare plek van shenpa. De meest fundamentele plek waar we geraakt worden door shenpa is het ego zelf, omdat we hechten aan onze identiteit, aan het beeld dat we van onszelf hebben. Als we ervaren dat onze identiteit bedreigd wordt, wordt onze ik-gerichtheid heel sterk waardoor shenpa vanzelf opkomt. Stel dat iemand je politieke overtuiging, je voorkomen of je beste vriend bekritiseert, dan komt shenpa onmiddellijk op. Zodra de woorden bij je binnenkomen – boem! – is het er. Shenpa hoeft niet per se uit gedachten of emoties te bestaan. Shenpa gaat aan het gesprokene vooraf. In een mum van tijd brengt het gedachten en gevoelens voort. Als we aandachtig zijn, merken we dat dit gebeurt. Wanneer we shenpa opmerken zodra het opkomt – wanneer het nog slechts een verkramping is, een licht terugwijken, een beginnend gevoel van innerlijke woede – is er nog iets mee te doen. Dan kunnen we nog nieuwsgierig naar deze neiging kijken, zonder haar verder te voeden en ons ervan bewust worden dat dit proces altijd al zo plaatsvond. Als iemand iets zegt wat een hevige reactie oproept, hoef je niet uit te zoeken waar deze reactie vandaan komt. Het gaat hier niet om zelfanalyse of een onderzoek naar de oorsprong van je trauma. Je voelt gewoon dat je verkrampt. Normaal gesproken voelen we het niet direct zodra het opkomt. Meestal merken we dat we verstrikt zijn geraakt als we al enige tijd bezig zijn om ons te uiten of in bedwang te houden.
Dzigar Kongtrül zegt dat shenpa de energie achter emoties, gedachten en woorden is. Als woorden doordrongen zijn van shenpa, worden ze al snel hatelijk. Ieder woord kan een discriminerende of agressieve lading krijgen als de kracht en energie van shenpa erin verscholen liggen. Het uitspreken van een met shenpa geladen woord veroorzaakt shenpa in de ander, waarop deze vervolgens defensief reageert. Als het niet op tijd ontdekt wordt, verspreidt shenpa zich als een uiterst besmettelijke ziekte. Woorden kunnen op zich neutraal van toon zijn, maar het gaat om de lading die we ze meegeven. Door shenpa krijgen woorden een denigrerende betekenis; het wordt een haatdragend en gewelddadig woord. Zonder die verhitte lading veroorzaakt het woord een compleet andere reactie in het hart en hoofd van degene die het hoort. We gebruiken allemaal shenpa-woorden. Mogelijk proberen we ronduit discriminerende taal te voorkomen, maar we hebben allemaal onze manieren om anderen belachelijk te maken. Wanneer je iemand niet mag, kan zelfs zijn of haar naam een shenpa-woord worden. Heb je het bijvoorbeeld over Jannie met wie je het al je hele leven aan de stok hebt of over je broer Wim aan wie je een grote hekel hebt, dan zal er minachting en agressie klinken in de manier waarop je hun naam uitspreekt. Je kunt shenpa heel gemakkelijk in anderen herkennen. Je praat met iemand, hij is ontspannen en een en al oor. Op een gegeven moment zeg je iets en je ziet hem wat gespannen raken. Op de een of andere manier weet je dat je een gevoelige snaar hebt geraakt. Je wordt het shenpa van de ander gewaar, terwijl hij zelf misschien niets in de gaten heeft. Als we duidelijk zien wat er met de ander gebeurt, toetsen we of wij zelf nu vanuit onze natuurlijke intelligentie aanwezig zijn of vanuit onze eigen shenpa. Want, zodra ongemakkelijke gevoelens, rusteloosheid of verveling ontstaan, haakt shenpa in. Dit geldt voor ons allemaal. Door er na verloop van tijd beter mee om te gaan, kunnen we dit onbehaaglijke gevoel volledig doorleven. Dan kunnen we shenpa volledig ervaren en leren dat het het beste is om het niet in woorden of daden om te zetten. Als je afziet van handelen, wordt het heel interessant! In de boeddhistische leer wordt dit ook wel ‘afstand doen van’ genoemd. Het Tibetaanse woord voor afstand doen is ‘shenloek’. Dit betekent dat je jezelf volledig losmaakt uit de verstrikking van shenpa.
Als we bereid zijn onze shenpa te erkennen en deze zonder een ‘ja maar’ durven te ervaren dan begint onze natuurlijke intelligentie ons weer te leiden. We beginnen de hele kettingreactie te doorzien en kunnen zelfs voorspellen waar die ons naartoe zal leiden. Er is een wijsheid die voor ons toegankelijk wordt. Een wijsheid die gebaseerd is op mededogen voor onszelf en anderen, en die niets te maken heeft met de angsten van het ego. Deze wijsheid is het deel van ons dat weet dat we ons kunnen verbinden met en kunnen leven vanuit onze fundamentele goedheid, onze basisintelligentie, openheid en warmte. Na verloop van tijd wordt deze kennis een sterkere kracht dan shenpa, en dan kunnen we op natuurlijke wijze de kettingreactie van shenpa doorbreken voordat deze begint. Dan zijn we van nature in staat om bijvoorbeeld een epidemie van agressie te voorkomen.
Daarom is het van belang je niet te laten beïnvloeden of meeslepen door een bevooroordeelde geest. De kunst is hoe men een standpunt kan innemen zonder beïnvloed te worden door shenpa. Mahatma Gandhi heeft aangetoond dat het ontbreken van shenpa niet tot zelfgenoegzaamheid maar tot openheid van de geest en medeleven leidt. Maar helaas zijn we nog niet in staat om dit onderliggende onbehagen afwezig te laten zijn. Daarom reageren we vanuit onze conditionering, waarbij veilig voelen voorop staat, vanuit shenpa. Geef jezelf de ruimte en neem de tijd om terug te keren naar je natuurlijke intelligentie. Dan weet je weer wat je moet doen. We moeten leren om bij dit ongemak, deze verkramping veroorzaakt door shenpa, te blijven. Hierdoor kunnen we voorkomen dat de gewoonlijk optredende kettingreactie ons leven blijft beheersen en dat de gewoontepatronen die we voorheen als behulpzaam ervaarden niet door de dagen, maanden en jaren heen sterker worden.
Ontwaken in onze natuurlijke intelligentie, deel 3
Leren omgaan met Shenpa
We zijn geen vaststaand gegeven en niet voorspelbaar en we hebben geen aanwijsbare, statische identiteit waarvan iedereen kan zeggen: ‘Zo ben jij nu eenmaal. Je verandert nooit.’ Onze levensenergie is niet statisch. Deze is zo wisselend, onstandvastig en veranderlijk als het weer. Soms voelen we ons prettig, soms niet.
De manier waarop we omgaan met deze dynamische energiestroom is belangrijk. We kunnen leren om erin te ontspannen en deze energie te herkennen als ons fundament. Doen we dit niet, dan kan deze energiestroom gevoelens van onzekerheid en bodemloosheid veroorzaken, waardoor paniek kan ontstaan met een kettingreactie als onmiddellijk gevolg. Paniek zorgt ervoor dat we verstrikt raken, waardoor onze gewoontepatronen het overnemen en ons spreken en handelen erg voorspelbaar worden. Het lukt ons bijna nooit om de wereld te zien als een spannende en stimulerende, voortdurend veranderende situatie die altijd fris en nieuw is. In plaats hiervan draaien we rond in een groef. De groef van ‘ik wil’ en ‘ik wil niet’; de groef van shenpa waar we voortdurend verstrikt raken in onze persoonlijke voorkeuren en aversies. De bron van ons onbehagen, onze bezorgdheid en onrust, is het onvervulbare verlangen naar eeuwigdurende zekerheid en veiligheid, naar iets waar we ons aan kunnen vastklampen.
Op het pad naar ontwaken, de reis naar volledig aanwezig zijn, helpt het wanneer je leert om shenpa te herkennen wanneer het zich voordoet. Shenpa kan heel subtiel zijn en zich uiten in een licht terugtrekkende beweging, een onvrijwillige verkramping, maar het kan ook heel geladen zijn en de kracht van een orkaan hebben. In wezen maakt het niet uit of je shenpa herkent als een smeulend vuurtje of als een allesverzengende bosbrand. Als je de eerste stap zet en erkent dat je verstrikt bent geraakt, onderbreek je al een ingesleten reactie, je impuls, ook al is het heel kort, om op de automatische piloot verder te gaan en weg te gaan bij wat er is. Je bent volkomen wakker en alert, je bewust van het feit dat je verstrikt bent geraakt en dat je hier en nu een keuze hebt: voed ik shenpa of pak ik het anders aan? Dit is een geladen moment. Je kunt het vuur nu verder aanwakkeren door shenpa te voeden of jezelf onderbreken en de onprettige en pijnlijk aanvoelende energie zonder worsteling te doorleven, te ervaren.
Het helpt om shenpa niet te zien als een obstakel dat je moet overwinnen, maar als een mogelijkheid tot verandering, een deur naar ontwaken. Want zodra ik mij realiseer dat ik verstrikt ben geraakt, kan ik in dit onpartijdig moment bewuste keuzes maken. Deze leiden naar geluk en vrijheid, en bieden de mogelijkheid om open en aanwezig te blijven bij de natuurlijke beweging van het leven. Gewoon aanwezig blijven bij wat er is, zonder onszelf ervan af te scheiden om te proberen eraan te ontsnappen. Het open en ontvankelijk blijven voor de energie van shenpa vraagt om moed, vastberadenheid en nieuwsgierigheid en niet om te vluchten.
Wat is Shenpa
Het Tibetaanse woord voor gehechtheid is shenpa. Rinpoche Dzigar Kongtrül noemt shenpa de barometer van het ego dat zich vastklampt. Het is ook een maatstaf voor onze eigen betrokkenheid en ons eigen belang. Shenpa heeft een kwaliteit die geassocieerd wordt met het grijpen of met het wegduwen. Dit is het gevoel van ik wil, ik heb het nodig en ik heb het niet nodig, ik wil dat het weggaat.
Voor het grootste deel ontstaat shenpa onvrijwillig. Het is onze gebruikelijke reactie op het gevoel van onzekerheid. Als we aan deze reactie verslaafd zijn, wenden we ons tot alles om het ongemak te verlichten: eten, alcohol nuttigen, winkelen, kritisch of onvriendelijk zijn. Maar er is iets meer vruchtbaars dat we kunnen doen als dat prikkelende, verlangende gevoel ontstaat. Het is vergelijkbaar met de manier waarop we met pijn kunnen omgaan. In plaats van te ontspannen, doen we wat het meest schadelijk voor ons zal zijn: we heroverwegen onze gedachten over het gebeuren en wekken veel mentale activiteit op. Wat als dit gebeurt? Wat als dat gebeurt? Lichaam, spraak en geest raken betrokken bij het weglopen van het gevoel, zodat het gaande gehouden wordt. We kunnen deze reactie tegengaan door ons te trainen aanwezig te zijn in het moment. De ene keer kan deze kracht explosief, grof en vernietigend zijn, de andere keer beledigend of kwetsend. Ook kan shenpa heel subtiel zijn. Deze laatste, gevaarlijke eigenschap wordt naar voren gebracht bij een spiritueel goed ontwikkelde geest. Dan is shenpa moeilijker herkenbaar en zal zo proberen zijn slag te slaan.
Ontwaken in onze natuurlijke intelligentie, deel 4
Loslaten
Er zijn drie dingen over shenpa die je niet moet vergeten:
– We voeden het doordat we voortdurend zelf de intriges en verwikkelingen van ons verhaal bedenken.
– Shenpa kan heel subtiel zijn.
– Shenpa heeft altijd gevolgen en die zijn vaak niet aangenaam.
Als we ons bijvoorbeeld eenzaam voelen, is ook het neutrale en onbevooroordeelde deel van shenpa aanwezig. In plaats van te herkennen wat er gebeurt, wakker te worden en mee te gaan met de energie, zoeken we een uitlaatklep voor ons gevoel van eenzaamheid. We haken in en zoeken bijv. bevrediging in eten. We bijten ons vast in het aas van de shenpa- energie en overeten ons. Of we halen agressief uit naar een ander. Vervolgens raken we verstrikt in schuldgevoelens en zelfbeschuldigingen omdat we ‘het weer eens hebben laten gebeuren’. Op deze manier kunnen we jaren doorgaan, waarbij shenpa een kettingreactie veroorzaakt die opnieuw shenpa veroorzaakt, enzovoorts, enzovoorts…
Door over dit voorbeeld te mediteren leert men dat het belangrijk is om ons eigen verhaal met al zijn intriges en verwikkelingen los te laten. We herkennen dat we ervoor zorgen dat de bijbehorende ongemakkelijke en verontrustende gevoelens, waardoor ons gezicht verstrakt of onze maag verkrampt, zich uit in onvriendelijke woorden, afkeurende gebaren of zelfs in geweld. We zien dat het slechts een gloeiend vuur is dat langzaam zal uitdoven en dat de energie zal verdwijnen en zijn natuurlijke weg verder zal vervolgen, als we het tenminste niet aanwakkeren.
Tijdens meditatie leren we herkennen wanneer we denken en om de gedachten die we hebben los te laten zodat we weer kunnen terugkeren naar het hier-en-nu. ‘Terug naar af’ zou Chögyam Trungpa zeggen. Ga steeds weer terug naar af. Blijf terugkeren naar het hier-en- nu. Ook als je je hier gespannen en rusteloos voelt. Shenpa zelf is niet het probleem. Onwetendheid over de geraffineerdheid van shenpa is het probleem. Omdat je je niet bewust bent van het feit dat je verstrikt raakt, ga je je gevoelens uiten; dat is het probleem. Om dit tegen te gaan, moeten we proberen om onze volledige, liefdevolle aandacht te schenken aan dit verstrikt raken en wat hieruit voortkomt: de ons welbekende kettingreactie. We oefenen in het loslaten van het verhaal waarin we verwikkeld zijn geraakt. Hierdoor ontnemen we shenpa haar brandstof.
Dit is zeker niet eenvoudig, omdat de plek waar je dan verblijft zeer ongemakkelijk aanvoelt. Als je niet uit gewoonte handelt, zul je pijn lijden. Men kan het vergelijken met ontwenningsverschijnselen, want je hebt heel lang steeds hetzelfde, voorspelbare gedaan om dit ongemakkelijke, pijnlijke en kwetsbare gevoel te ontlopen, en nu stop je hiermee. Het is niet gek dat je daarom nu opgescheept zit met dit onaangename gevoel. Hier moet je aan wennen en je zult vriendelijkheid en geduld moeten leren opbrengen. Dit vereist een bepaalde mate van openheid naar jezelf toe en een gezonde nieuwsgierigheid om aan jezelf te vragen:
– Wat gebeurt er wanneer ik dit ongemakkelijke gevoel niet voed met de intriges en verwikkelingen van m’n eigen verhaal?
– Wat gebeurt er wanneer ik bij deze voortdurend veranderende, vloeiende universele energie blijf
– En wat gebeurt er wanneer ik mezelf onderbreek en de natuurlijke beweging van het leven aanvaard?
Voeden we de intriges niet dan ontnemen we shenpa de brandstof van zijn bestaan. Het leert ons om het onbehagen en de drang volledig te ervaren, waardoor onze reactie die gewoonlijk volgt wordt onderbroken. Dit doen we door de gedachten niet te volgen en door terug te keren naar het huidige moment. Zo leren we de kettingreactie van gebruikelijke patronen die anders ons leven zullen blijven beheersen, te stoppen. We bevrijden ons van shenpa. Eigenlijk wijst shenpa ons naar de plaatsen diep in ons, die roepen om genezing en liefdevolle aandacht, zodat we de reis terug naar heelheid en innerlijke rust kunnen beginnen.
Je zult al snel merken wat er gebeurt als je niet bij de aanwezige energie blijft. Dan leer je, zoals gezegd, hoe je eigen verhaal shenpa voedt, dat shenpa een onderstroom kent en dat het gevolgen heeft. De onderstroom kan heel sterk zijn. Dzigar Kongtrül zei: “Een van de kwaliteiten van shenpa is dat je het moeilijk los kunt laten.” De drang om wraak te nemen, de kracht van begeerte en de macht der gewoonte, trekken ons als een magneet een bekende kant op. Dus kiezen we keer op keer voor kortstondige genoegdoening, die er op de langere termijn voor zorgt dat we in dezelfde cirkel blijven ronddraaien. Als je dit maar vaak genoeg gedaan hebt, vooral wanneer je de cirkel bewust doorlopen hebt, dan weet je dat de gevolgen heel voorspelbaar zijn.
Wanneer we onszelf onderbreken, tot rust komen, bewust ademen en blijven bij de aanwezige energie, kunnen we zien waar het volgen van shenpa naar toe leidt. Dit inzicht, onze aangeboren intelligentie, zal ons meer en meer helpen om bij de rusteloze energie te blijven, om helemaal aanwezig te blijven bij wat we ervaren zonder dat we verleid worden door het shenpa van ‘dit vind ik leuk’, of ‘dit gevoel is niet uit te houden’. Het is heel goed mogelijk dat we een bepaald gevoel als ondraaglijk ervaren, maar in plaats van dit te uiten, kunnen we er ook voor kiezen om die ondraaglijkheid door en door te leren kennen. Shantideva, een boeddhistische leraar uit de achtste eeuw, vergelijkt dit met het vrijwillig ondergaan van een medische ingreep om een langdurige ziekte te genezen.
Het boeddhisme kent een oefening die leert om bij de energie van onaangename emoties aanwezig te blijven. Deze oefening zet het vergif van deze negatieve emoties om in wijsheid.
In de eerste stap leer je de neigingen en behoeften van shenpa door en door kennen. De bedoeling van deze stap is dat je leert om niet verleid te worden door de impuls van shenpa. Deze methode draait om alertheid en mededogen.
In stap twee onderbreek je de impuls en zie je af van schadelijk gedrag. Zeg niets, doe niets en voel de energie. Word één met je eigen energie, één met de eb en vloed van het leven. Keer de energie niet de rug toe, maar aanvaard haar. Dit ‘verblijven bij’ is open, belangstellend en intelligent. Stap drie: ontspan en beweeg mee. Ga door met waar je mee bezig was, zodat de oefening niet een te grote lading krijgt, zoals een soort uithoudingstest of wedstrijd die je kunt winnen of verliezen.
De grootste uitdaging tijdens deze drie stappen is de omarming van de rusteloze energie en hier wakker bij aanwezig te blijven in plaats van ervoor weg te vluchten. Als we hier voor het eerst mee experimenteren, merken we dat we slechts kort bij dit ongemakkelijke gevoel kunnen blijven en ons maar even aan de maalstroom kunnen onttrekken, waarna de oude gewoonte het weer automatisch overneemt. Aanvankelijk vergaat het ons allemaal zo. We maken kort contact met onze innerlijke kracht, onze aangeboren openheid, en vervolgens worden we weer meegezogen. En toch is het een grote stap omdat onze oude, ingesleten gewoonten hierdoor voor even onderbroken worden. Als we ons gevoel voor humor behouden en blijven oefenen, zal ons vermogen om aanwezig te blijven vanzelf toenemen. Na verloop van tijd hebben we geen zin meer om toe te happen, verstrikt te raken en boos te worden. Als we ervoor kiezen om op deze manier te oefenen, is het verstandig om te beginnen met de kleine irritaties die voortdurend voorkomen.
Dzigar Kongtrül moedigt ons aan om te kijken naar datgene in ons dat ziet dat we afgedwaald zijn. Is ‘dat’ uiteindelijk niet onze eigen wijsheid? Ons eigen inzicht? Onze innerlijke goeroe? Onze eigen aangeboren intelligentie? Kunnen we gewoon het voornemen hebben om onszelf te identificeren met deze wijsheid die erkent dat we de gevoelens van een ander kwetsen? Die erkent dat we een sigaret gerookt hebben terwijl we ons voorgenomen hadden om dit niet te doen? Kunnen we het voornemen hebben om onszelf meer en meer te identificeren met de ons gegeven mogelijkheid om te herkennen wat we doen, in plaats van ons te identificeren met de fouten die we maken? Wanneer we zo kijken, worden we niet wanhopig door wat we zien, maar kunnen we ons erover verheugen. Vanuit deze geesteshouding bezien is zelfreflectie mededogend, kweekt de beoefening ervan vertrouwen aan, en is zij niet langer de mogelijke oorzaak van een depressie.
Het kunnen (h)erkennen van shenpa, het kunnen (h)erkennen van het feit dat je vastgelopen bent, is de basis van ware vrijheid. We zouden ons moeten verheugen over het feit dat het ons gegeven is om zonder enige verwerping te (h)erkennen wat er is. De volgende stap is dat we niet automatisch voor het oude, platgetreden pad kiezen. Soms lukt het en soms ook niet. Het is verheugend dat het ons soms lukt om deze impuls te doorbreken. ‘Soms’ is een grote stap vooruit.
Ontwaken in onze natuurlijke intelligentie, deel 5
Natuurlijke openheid
Als we ervaren dat onze identiteit bedreigd wordt, dan zal onze ik-gerichtheid door shenpa heel erg versterkt worden. Het is onze gebruikelijke reactie op het gevoel van onzekerheid. Er wordt ook gezegd dat shenpa de barometer van het ego is dat zich vastklampt, waardoor het tevens ook een maatstaf is voor onze eigen betrokkenheid en ons eigen belang. Shenpa heeft een kwaliteit die geassocieerd wordt met het grijpen of met het wegduwen, waardoor dat vastgeroeste gevoel ontstaat: het aanspannen, sluiten of terugtrekken dat we ervaren als we ons ongemakkelijk voelen bij wat er aan de hand is. Met als gevolg dat we niet meer vol aanwezig kunnen zijn met lichaam, spraak en geest, de drie poorten. De belangrijkste reden hiervoor is dat veel van ons denken, onze opvattingen, theorieën en visies meer zeggen over hoe wij denken over de werkelijkheid dan dat ze iets zeggen over de werkelijkheid zelf. Wat wij vinden doet er niet toe. Vaak houden al onze opvattingen ons van de realiteit af. Onze inkleuring van de werkelijkheid is niet de realiteit, de wereld zoals die is. Als we onze projecties op de wereld niet kunnen loslaten, terwijl de wereld anders is, creëert dat lijden. We kunnen teleurgesteld raken omdat de dingen anders bleken te zijn dan we hoopten. We zijn teleurgesteld, voelen ons rot en beginnen dan te speculeren, te beoordelen, te vergelijken, te klagen, maar daarmee maken we het probleem erger, omdat niet de wereld het directe probleem is maar onze opvattingen over die wereld. Dat is de gevaarlijke onderstroom van shenpa die hier zijn werk doet.
Maar door volledig aanwezig te zijn, wat betekent dat we er zijn zonder al onze opvattingen en oordelen, brengen we ons weer terug naar onze basis, en van daaruit kunnen we weer iets gaan doen, dat wel gebaseerd is op dat wat we om ons heen waarnemen. Het is de realiteit en niet dat wat we op voorhand vinden.
Als we eenmaal duidelijk zien hoe we inhaken aan en meegesleept worden door oude gewoonten, is het gewoonlijk onze neiging om ontmoedigd te raken. We hebben nu immers een goede reden om ons heel slecht te voelen. Maar schuldgevoelens over onszelf dragen nergens toe bij. Echter, leren om aandachtig en met mededogen naar ons handelen te kijken, kan iets in ons veranderen. Dan worden spijt en berouw het zaad van mededogen voor iedereen, omdat iedereen -net als wijzelf- de gevangene is van de fixaties van de geest. Deze herkenning verbindt ons met anderen en we staan nu ook toe dat deze verbinding plaatsvindt. We geven deze herkenning de kans om uit te groeien tot medeleven en mededogen. We kijken vooruit en wentelen ons niet langer in schuldgevoelens en schaamte over wat we eerder hebben gedaan. Als we de bereidheid hebben om te leren hoe we voortdurend kunnen openstaan voor wat zich aandient dan zullen we na verloop van tijd merken dat we open en aanwezig kunnen verblijven bij dat wat aan voortdurende verandering onderhevig is.
Het helpt om dat wat men ervaart, zoals verdriet, boosheid, bezorgdheid, vreugde of blijdschap, gewoon te zien als dynamische, vloeiende levensenergie die zich nu op een bepaalde manier manifesteert. Dit verandert de weerstand die we bij een bepaalde ervaring kunnen hebben en geeft ons de mogelijkheid om deze krachtige energieën, en verder alle soorten energie die we ervaren, te leren zien als de natuurlijke beweging van het leven. We kunnen er helemaal vertrouwd mee raken, erin verblijven zonder ook maar iets te onderdrukken, zonder al onze emoties eruit te gooien en anderen of onszelf schade te berokkenen. Hierdoor wordt alles wat we ervaren een uitgelezen mogelijkheid om in contact te komen met onze aangeboren goedheid, en om te proberen open en ontvankelijk te blijven voor de dynamische levensenergie. Dit lijkt rigoureus, maar alles wat we ervaren, hoe groot de uitdaging ook is, kan de deur openen naar bewustwording en ontwaken via lichaam, spraak en geest.
Onder haat, onder iedere wrede actie en elk gemeen woord, onder elke vorm van ontmenselijking, schuilt angst; tomeloze en bodemloze angst. Maar deze angst is nog toegankelijk, zij heeft nog geen ijzige, solide vorm aangenomen. Ook al hebben we een hekel aan dit gevoel, angst hoeft nog niet te leiden tot agressie en het verlangen om anderen en onszelf kwaad te berokkenen. We vallen dan niet terug in onze oude, destructieve gewoontes, maar we zien dat wat we ervaren een mogelijkheid en een hulp is om onze relatie met het leven te verfrissen en te vernieuwen.
Fundamentele waakzaamheid en aangeboren openheid zijn altijd voorhanden. We hoeven deze openheid niet zelf tot stand te brengen. Als we even stilstaan, onszelf onderbreken en de energie van het moment tot ons door laten dringen en ruimte laten ontstaan, kunnen we deze al bestaande openheid ervaren. We hoeven ons niet extra in te spannen, zij is altijd voorhanden.
Ontwaken in onze natuurlijke intelligentie, deel 6
Vervolg van Natuurlijke openheid
Chögyam Trungpa zei: ‘Openheid is als de wind. Als je de deuren en ramen openzet, kan zij niet anders dan binnenkomen.’
Als we verstrikt zijn geraakt, worden we doorgaans zo in beslag genomen door ons persoonlijke verhaal dat we ieder perspectief uit het oog verliezen. Als we door moeilijkheden bevangen zijn geraakt, versmalt ons zicht zich tot een kokervisie. Soms is het zelfs alsof we door een microscoop kijken. Automatisch trekken we ons terug in onszelf. Als we dan even naar de lucht kijken of enkele seconden bij de altijd stromende levensenergie verblijven, kunnen we weer een breder zicht krijgen. Dan kunnen we ervaren dat het universum uitgestrekt is, dat we niet meer zijn dan een stofje in de oneindige ruimte en dat deze ruimte zonder begin en einde altijd in ons aanwezig is.
Alles wat ons overkomt biedt de mogelijkheid tot een bewustzijnsverandering, de mogelijkheid om onze basale neiging om in te haken, ons druk te maken of ons hart en onze geest af te sluiten, los te laten. Wat we gewaarworden, voelen of denken is de handreiking naar openheid. De kracht van aangeboren openheid kan ons inspireren en ons leven zin geven. Als we deze aangeboren openheid herkennen, ook al is het maar voor een moment, zullen we geleidelijk aan beseffen dat aangeboren intelligentie en aangeboren ruimhartigheid altijd al voorhanden zijn geweest. Het is alsof je door een deur gaat en je je in een wonderbaarlijke, oneindige en tijdloze ruimte bevindt.
Wanneer je mediteert is deze openheid aanwezig op het moment waarop je je realiseert dat je in gedachten verzonken bent en je je gedachten loslaat. Dan ontstaat er ‘Vrij zijn van de fixaties van de geest.’ In iedere uitademing is deze openheid aanwezig. Ieder moment kun je je volledige aandacht geven aan de directheid en indringendheid van je ervaring. Zoek daarom naar een manier om tot rust te komen, om de geest te ontspannen. En doe dit telkens weer, de hele dag door.
Wanneer je ervaart dat je verstrikt bent geraakt, adem je in, je opent je voor wat je voelt en laat dit volledig toe. Je kunt diep en ontspannen inademen. Kijk hierbij welke manier van ademen jou het beste helpt om bij het gevoel te blijven en je het niet verliest. Vervolgens adem je ontspannen uit terwijl je met je volledige aandacht bij de drang en scherpe kantjes van je gevoelens blijft, bijvoorbeeld gevoelens van begeerte of woede. Geef dit gevoel alle ruimte. Tijdens de uitademing blaas je de ongemakkelijke gevoelens niet weg, maar je geeft ze lucht. Zo verlicht je de spanning waarmee ze omgeven zijn en je wordt je gewaar van de ruimte waarin deze ongemakkelijke gevoelens opkomen.
Deze oefening helpt ons bij het ontwikkelen van maitri of liefdevolle vriendelijkheid, omdat we vrijwillig die delen van onszelf aanraken waar we niet trots op zijn. We raken aan gevoelens waarvan we vinden dat we ze niet zouden moeten hebben: gevoelens van onvermogen, van schaamte of van alles verterende woede. Of we merken dat we discriminerende gevoelens hebben en neerkijken op mensen die we lelijk vinden of als ondergeschikt beschouwen. We verbinden ons met dat wat we ervaren en gaan voorbij aan voorkeur en afkeer door in te ademen en ons open te stellen. Vervolgens ademen we ontspannen uit. Deze methode is waardevol omdat we door de beoefening ervan als het ware in de ervaring zakken. ‘Ademen’ en ‘in de ervaring zakken’ verwijzen in wezen naar hetzelfde: we verbinden ons met dat wat we ervaren, we worden ons fysiek gewaar van wat we voelen en ademen deze gevoelens in. Men kan het ook vergelijken met het reinigen van de drie poorten: Lichaam, Spraak en Geest.
Terwijl we dit doen, transformeren we harde, reactieve en afwijzende energie in aangeboren ruimhartigheid en openheid. Dit klinkt misschien heel verheven en spectaculair, maar in wezen is het heel eenvoudig en eenduidig. Het enige wat we doen is inademen en ervaren wat er is, en uitademen terwijl we blijven bij dat wat zich voordoet. Op deze manier werken we aan ons negativisme en leren we zien dat de negatieve energie zelf niet het probleem is. Verwarring treedt pas op als wij niet bij de intensiteit van deze energie blijven en afdwalen. Wanneer we met onze volledige aandacht bij deze energie blijven, stroomt zij door ons heen om uiteindelijk weer te verdwijnen. Het is zuiver mindful zijn. Het aanwezig zijn en blijven bij de eigen, innerlijke energie is de meest ultieme vorm van non-agressie; het is eenvoudigweg rusten in de natuurlijke grond van ons bestaan, die ‘zuiver bewustzijn’ wordt genoemd, de meest verlichte dimensie van ons wezen. ‘Zuiver bewustzijn’ is slechts een indicator voor dit naamloze, enorme, grenzeloze licht in ieder van ons. Als elke vorm van zelfidentiteit eenmaal is opgelost, blijven we achter met datgene wat onuitsprekelijk, enorm en voorbij alle beperkingen is.
Hoe maken we nu de overgang van buiten naar binnen en hoe worden we ons bewust van ons zuiver bewustzijn? Heel simpel, door ons in de stilte terug te trekken. Om dat te kunnen bewerkstelligen heb je wel een gedegen kennis nodig die door meditaties wordt verstevigd en bevestigd. Verder leer je door meditatie zelfkennis en vanuit je intuïtie daarop te vertrouwen. Je leert je angsten te zien als een weerspiegeling van je innerlijke conflicten. Je leert los te komen van de identificatie met je emoties en gedachtewereld. Je bent je emoties niet meer, want je begint nu meer en meer te functioneren vanuit het zuiver bewustzijn, dat je in wezen bent. Door de stilte herken je de emotie ‘angst’ en de werking van shenpa en verbreek je de identificatie ermee.
De stilte ingaan zal samenvallen met verandering. Dat is een radicale ommekeer of verandering die in jezelf plaatsvindt. Als je je gedachten en emoties, kortom je wereldbeeld loslaat, dan is er geen beeld meer en ben je de wereld. In de stilte worden we ons bewust van alle gedachten waar we allemaal aan vastzitten en kunnen ons daar langzaam van bevrijden. We kunnen niet zomaar veranderen. We moeten daarvoor weg van het referentiekader van het ego, weg van shenpa. Dat loslaten van je wereldbeeld betekent niet dat je vervalt in naïviteit. Integendeel, vanuit een weten van binnenuit ga je veel scherper waarnemen. Het oordeel erover laten we echter achterwege. In plaats daarvan constateren we wat we waarnemen. Je kunt zeggen dat stilte eigenlijk betekent stoppen.